Hoofdstuk 1 Wat  zijn zonnepanelen?

Zonnepanelen zijn panelen die zonne-energie kunnen omzetten in elektriciteit. Zonnepanelen bestaan uit rijen zonnecellen. Een zonnecel bestaat uit twee laagjes silicium, een stof die in zand zit. Als er licht op de zonnecel schijnt, gaat er tussen de twee laagjes een elektrische stroom lopen. Deze spanning wordt opgevangen en naar een omvormer gestuurd, die er bruikbare energie van maakt. Deze energie wordt doorgestuurd naar de meterkast. Bij een auto die op zonnepanelen rijdt, wordt de energie via kabeltjes naar de accu en de motor gestuurd.

Het is moeilijk om al het zonlicht dat op de zonnecel valt om te zetten in elektriciteit. Dat lukt maar met rond de 20% van het zonlicht. Er zijn wel betere zonnecellen ontwikkeld, maar die zijn nog erg duur. De Nuna zonne-auto bijvoorbeeld gebruikt deze zonnecellen met een rendement van 34%. Samen met andere zonneauto's rijdt de Nuna elk jaar een wedstrijd in Australië.

 

Zonnecollectoren

Zonnecollectoren zijn wat anders dan zonnepanelen en zonnecellen. Zonnecollectoren leveren geen elektriciteit maar warmte. Meestal verwarmen ze water voor een zwembad, huis of warmtepomp. Dat is heel makkelijk: je laat het water gewoon door een donkere metalen buis of plaat heen stromen. Metaal wordt nu eenmaal erg warm in de zon en hoe donkerder het is, hoe meer warmte het opneemt. Het rendement van zonnecollectoren is een stuk hoger dan dat van zonnepanelen: 40% tot 70% van de zonnewarmte wordt benut.

 

Voordelen van zonnepanelen

  • Zonne-energie raakt nooit op.
  • Zonne-energie is schoon.
  • Zonnepanelen leveren energie op plekken waar geen elektriciteitskabel komt.
  • Zonne-energie kun je ook thuis opwekken, met panelen op het dak.

 

Nadelen van zonnepanelen

  • In landen als Nederland schijnt de zon lang niet altijd genoeg.
  • We kunnen nog maar een klein deel van het zonlicht omzetten in energie.
  • Zonnepanelen hebben veel ruimte nodig.
  • Zonnepanelen zijn erg duur, maar gelukkig worden ze steeds goedkoper.